13
april
2015
|
09:00
Europe/Amsterdam

Optellen naar de nieuwe Transporter: T4 (1990 – 2003)

Met de introductie van de T4 liet Volkswagen Bedrijfswagens de rijke historie van de T1, T2 en T3 – waarvan tot dan 6,5 miljoen exemplaren waren geproduceerd – achter zich en koos een compleet nieuwe richting. De stap van de T3 naar de T4 was zo groot dat regelmatig de vergelijking werd getrokken met de verandering van de Kever naar de Golf in 1974. De slogan bij de introductie luidde dan ook: ‘Volkswagen heeft de bus opnieuw uitgevonden’.



Bus met neus

Door zijn nu voorin geplaatste motor kreeg de Transporter een ‘echte’ neus. Voorwielaandrijving was eveneens een primeur voor de T-serie. Het gevolg: de bestuurder zat niet langer pal boven de vooras. De nieuwe technische constructie bezorgde de Transporter bovendien een volledig vlakke laadvloer en verveelvoudigde de gebruiks- en opbouwmogelijkheden. De verlengde uitvoering (+40 cm) bood nog meer vervoersopties.



Transporter, Multivan en Caravelle

Met de lancering van de T4 bleef de naam ‘Transporter’ voor het eerst voorbehouden aan de bedrijfswagen. De personenuitvoeringen, waarbij de stoelen ‘vooruit’ of naar elkaar toe gemonteerd werden, kregen de namen ‘Caravelle’ en ‘Multivan’. Daarnaast werd uiteraard ook weer een California voor kampeerders geproduceerd en een vierwielaangedreven Syncro.



Rode ‘i’

De T4 was er met motorvermogens van 60 tot uiteindelijk 204 pk. Daarmee was het niet alleen een efficiënte en zakelijk verantwoorde bus. De T4 ontpopte zich ook tot rappe ‘Autobahn cruiser’. De 151 pk sterke 2.5 TDI-diesel kreeg daarbij een rode ‘I’ op de achterklep om de sportieve inborst te onderstrepen. Bij de 204 pk sterke V6-motor werd met dezelfde gedachte de ‘6’ voorzien van rode lak.



Leuk om te weten over de Volkswagen T4

  • Ter gelegenheid van 50 jaar Transporter luisterde Volkswagen de BedrijfsautoRAI in 2000 op met een heuse ‘Amsterdam Tram’. Deze tram was vervaardigd uit drie aan elkaar gekoppelde T4’s. Hij toerde gedurende de showperiode door de hoofdstad.

  • Met het oog op veiligheid bedachten de ingenieurs van Volkswagen een slimme constructie om botsenergie te spreiden. Daarbij bewogen het motorblok en de cabine bij een botsing allebei een ander kant op. Het motorblok ‘dook’ als het ware onder de cabinevloer, terwijl de cabine tegelijkertijd over de motor schoof. Zo werd botsenergie op twee manieren opgevangen.

  • Ten tijde van de T4 produceerde Volkswagen drie generaties Transporter tegelijkertijd: naast de T4 waren namelijk ook de T3 in Zuid-Afrika (tot 2003) en de T2 in Brazilië (tot en met 2013) nog in productie.